Uit onderzoek van de Universiteit van Amsterdam, Erasmus Universiteit Rotterdam en het Kadaster blijkt dat het opkoopverbod effect heeft gehad op de woningmarkt. Starters kochten vorig jaar meer huizen in wijken waar beleggers werden geweerd. Ongeveer 2.000 woningen gingen naar starters in plaats van naar vastgoedbeleggers. Het opkoopverbod is een van de belangrijkste maatregelen van het kabinet om de opkomst van particuliere vastgoedbeleggers tegen te gaan.
In gemeenten waar het opkoopverbod van kracht is, kochten beleggers voorheen 35% van de woningen in bepaalde wijken. Na de invoering van het verbod was dat slechts 10%. Starters profiteren hierdoor van meer kansen op de koopwoningmarkt. Er is echter ook een keerzijde. Lagere inkomens worden verder beperkt, aangezien beleggers woningen verhuren aan mensen met een lager inkomen dan kopers. Dit resulteert in inkomensverschillen van ongeveer €10.000 per jaar.
Het onderzoek toont geen verschuiving van beleggers naar wijken zonder opkoopverbod en geen bewijs van prijsopdrijving door beleggers. Het opkoopverbod heeft echter geleid tot stijgende huurprijzen voor de woningen die wel beschikbaar blijven. Er wordt overwogen om het opkoopverbod uit te breiden naar meer wijken. Het onderzoek suggereert dat het aantal woningen dat beschikbaar komt voor starters verder zal toenemen.
Wethouder Chantal Zeegers van Rotterdam zal de onderzoeksresultaten gebruiken om te bepalen of meer wijken in aanmerking komen voor het opkoopverbod. Het opkoopverbod is vanaf 1 januari 2022 van kracht, maar sommige gemeenten hebben het pas eind vorig jaar ingevoerd.
Bron: Het Financieele Dagblad